Update Juridische procedure POMS tegen MinDef, Febr ‘23

10 februari 2023

Het is een tijdje stil geweest op het juridische front maar de draad is weer
volop opgepakt. Mr Rob Bedaux heeft een moeilijke samenwerkings –
periode achter de rug bij Cogens en heeft die samenwerking beëindigd.
Ook de corona periode gaf vertraging. Rob Bedaux heeft weer een eigen
kantoor en nieuwe medewerkers. Hij heeft de draad tegen Defensie weer
opgepakt en het RIVM met Defensie aansprakelijk gesteld voor het
aannemen van onjuiste informatie en onjuiste standpunten over de
blootstelling aan chroom 6 binnen de Poms-sites en ook binnen andere
legerplaatsen. Hij hoopt daarmee dat een groter aantal cliënten met meer
aandoeningen ook in andere functies worden erkend en een volledige
schadeloosstelling krijgen.


Rob Bedaux is van mening dat de onrechtmatigheid van Defensie door de
mensen tientallen jaren bloot te stellen aan chroom 6 met ook andere
gevaarlijke stoffen en hen niet in te lichten zo ernstig is dat er redenen zijn
om de bekende aandoeningen in de wereld vanwege chroom 6 ruim toe
te passen en niet verder in te perken zoals in de onjuiste onderzoeken
van het RIVM nu is gebeurd. Nu de cliënten van Bedaux succesvol waren
tegen NedTrain, ook wat de strafklacht betreft, zijn er zeker ook redenen
een strafklacht in te dienen tegen de hooggeplaatste heren die leiding
gaven aan de Poms-sites.


Daarom deze oproep. Hij wil een procedure beginnen tegen Defensie om
de onjuiste uitgangspunten van het RIVM aan de orde te stellen. Daarbij
moeten deskundigen worden gehoord en is het beter dat te doen met
mensen die een rechtsbijstandsverzekering hebben.
Ook dient een
verzoek tot strafvervolging en een strafklacht te worden ingediend.
Wie sluit zich aan? Voor informatie of vragen kun je contact opnemen
met Mr. R Bedaux via 045 2080135 of kantoor@bedaux.org


De standpunten van Mr. Bedaux die hij heeft verstuurd naar het
Ministerie van Defensie luiden als volgt;
De Hoge Raad heeft in de procedure, die hij tegen Defensie voerde, de
enkele mogelijkheid van gezondheidsschade al voldoende geacht en
Defensie aansprakelijk geacht voor de blootstelling aan chroom 6 nog
afgezien van de blootstelling aan andere gevaarlijke stoffen. In de wereld
zijn de mogelijke chroom 6 gerelateerde aandoeningen en ziekten
uitgebreid onderzocht. Daarbij worden boven de door Defensie wel
erkende aandoeningen ook met chroom 6 in verband gebracht:
• kanker aan tong, speekselklieren, slokdarm, twaalfvingerige darm,
darmen, blaas, nieren en prostaat.
• Erosie, verkleuren en afbrokkelen van het gebit.
• Auto-immuunziekten.
• allergisch contacteczeem en allergische rhinitis zonder bewijs van een
chroom allergie. Dit bewijs is na al die jaren niet te leveren.
Defensie meent ten onrechte dat de blootstelling aan chroom 6 zou
hebben plaatsgevonden door:
• schuurwerkzaamheden aan de voertuigen,
• niet door het straalgrit omdat die straalwerkzaamheden
gecompartimenteerd waren.
Het gevolg van dit alles is de veronderstelling van:
• een relatief geringe blootstelling aan chroom 6,
• een te gering aantal functies,
• een te gering aantal aandoeningen.
Defensie zegt dat de verwijzing naar het woord ‘straalgrit’ wel vaker
voorkwam. Het RIVM zegt echter niets over:
• het eindeloos recyclen van straalgrit, de opslag in de silo’s en de
aangetroffen grote hoeveelheden chroom 6 stof,
• de verspreiding van het te dunne grit in de lucht en over de vloeren van
de werkplaatsen,
• de zeer grote hoeveelheden chroom 6 die in het stof zijn aangetroffen
ook na intensief reinigen van de loodsen,
• de getuigenverhoren van de mensen die de werkzaamheden
beschreven en de vele contacten met het straalgrit ook in de
voertuigen.
Ook heeft Defensie de functies tot een minimum teruggebracht terwijl een
zeer groot aantal mensen met andere functies óók intensief met chroom 6
in aanraking zijn gekomen.
De wijze waarop deze blootstelling eindeloos heeft plaatsgevonden
zonder de mensen te waarschuwen is dusdanig ernstig dat er redenen
zijn om de in de wereld erkende aandoeningen door chroom 6 uit te
breiden tot een maximum en niet terug te brengen tot een minimum. Ook
dient U de mensen daarom het voordeel en niet het nadeel van de twijfel
te geven.
De schrijnende onrechtmatigheid van Defensie jegens de mensen in het
verleden herhaalt zich in Uw schade afwikkeling door:
• het langdurige te omvangrijke en onleesbare onderzoek van het RIVM,
• de onjuiste informatie omtrent de werkomstandigheden,
• de verkeerde voorstelling van zaken over de blootstelling aan chroom 6
binnen de Poms-sites,
• het terugbrengen van het aantal aandoeningen tot een minimum,
• het terugbrengen van het aantal functies,
• het ten onrechte wederom om bewijs vragen van de relatie tussen de
aandoening en chroom 6.
Ook wijs ik U op de aanbevelingen in het eindrapport november 2022 van
de Commissie Heerma-Vos met als belangrijkste aanbevelingen:
• Geef de hardheidsclausule uitdrukkelijk een grotere plaats in de
toepassing van de Uitkeringsregeling (pag 105).
• Pas de hardheidsclausule ruimhartig toe (pag 106).
• De Commissie adviseert om toekenning van angstschade in individuele
gevallen serieus te overwegen (pag. 110) Waarbij een medische
verklaring en/ of psychologische begeleiding al voldoende lijkt